Wat is de betekenis van Gaan?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gaan

1) (1942) (wielr.) in conditie zijn. • In Juli - wij schrijven nu 1923 - komt hij naar Holland. ‘Ga je?’ vragen wij hem in rennersjargon. Want renners spreken altijd van ‘gaan’. Als ze ‘gaan’, zijn ze in conditie ... zijn ze snel. Als ze niet gaan ... staan ze stil. Want hun jargon geeft veelal wilde ov...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gaan

gaan - Werkwoord 1. ergatief zich in een bepaalde richting bewegen, meestal van de spreker af Hij ging naar Amerika. 2. mogelijk zijn Dat gaat niet. 3. (auxl) vormt een onmiddellijke toekomende tijd En nu ga i...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gaan

gaan - onregelmatig werkwoord 1. je verplaatsen of voortbewegen ♢ we gaan naar Amsterdam 1. ervandoor gaan [wegvluchten] 2. uit de weg gaan [op...

2024-04-19
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Gaan

Gaan - 'nog x minuten te gaan': te spelen. Vertaling van Eng. x minutes to go.

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

gaan

1. Voor een honderdtal: down gaan in een (meestal gedoubleerd) contract. Voorbeeld: voor 1100 gaan. 2. Naar een manche of slem: al of niet direct uitbieden. 3. M.b.t. het wedervaren in een wedstrijd: goed gaan of slecht gaan. 4. Bij de beschrijving van een biedverloop: ‘Het bieden ging... Zie ook: laten gaan; naar bed gaan met

2024-04-19
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

gaan

zullen Als het aan Vereecke ligt, komt er nog een veertigste, of zelfs vijftigste editie van de Night of the Proms. ‘Het kan, maar we beseffen dat dat niet vanzelf gaat gaan.’ (De morgen) Het kan best zijn dat we het nooit echt gaan weten. (Het Laatste Nieuws) In Algemeen Nederlands wordt 'gaan&...

2024-04-19
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

gaan

in: dan zal het je d’r naar gaan, dan zul je ’t navenant meemaken, STROOP 107; op iemand gaan, op iemand slaan: ‘Dat er vrouwen zijn, die in hun jeugd mooi zijn en later heel leelijk worden...’ ‘Gaat dat op mij?!’ ‘Ja!’ zei hij vrij bruut. ‘Dat gaat óók op jou!’ RALEIGH 165.

2024-04-19
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

gaan

Dat gaat niet gaan, hé? Wij gaan voor goud gaan. Je gaat niet met kinderen op restaurant gaan. Zal ’t gaan, ja?! (Ben je nou helemaal [een haartje] betoeterd?)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

gaan

^verouderd taalgebruik voor: in conditie zijn. In Juli - wij schrijven nu 1923 - komt hij naar Holland. ‘Ga je?’ vragen wij hem in rennersjargon.Want renners spreken altijd van ‘gaan’. Als ze ‘gaan’, zijn ze in conditie... zijn ze snel. Als ze niet gaan... staan ze stil. Want hun jargon geeft veelal wilde overdrijving en uitersten. Als ’n renner me...