fruitig
fruitig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met de smaak van vruchten ♢ Wij dronken een fris en fruitig wijntje. 2. van een meisje dat ze heel leuk en vrolijk is ♢ Het frisse en fruitige meisje moest veel lachen. Woordherkomst afleiding van fruit m...