fruiten
fruiten - Werkwoord 1. (ov), (kookkunst) lichtbruin bakken van met name ui of groente ♢ Nadat je de ui in kleine stukjes hebt gesneden moet je de uisnippers fruiten.
Wiktionary (2019)
fruiten - Werkwoord 1. (ov), (kookkunst) lichtbruin bakken van met name ui of groente ♢ Nadat je de ui in kleine stukjes hebt gesneden moet je de uisnippers fruiten.
Muiswerk Educatief (2017)
fruiten - regelmatig werkwoord uitspraak: frui-ten 1. groente in vet of olie bakken tot ze een goudgele kleur krijgt ♢ voor deze soep moet u eerst een uitje fruiten Regelmatig werkwoord: frui-ten ik fruit ...
M. J. Koenen's (1937)
fruitte, h. gefruit (v. Fr. frit, v. frire = bakken: in de pan bakken, in kokend vet of boter stoven): vlees fruiten.
Jozef Verschueren (1930)
('fruitən) (fruitte, heeft gefruit) [Lat. frigere, roosteren] in kokend vet bruin bakken: vlees -. Syn.➝ bakken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(fruitte, heeft gefruit), het onder voortdurend roeren in een open pan, in boter of olie, zachtjes verhitten van groenten, ui, kruiderijen of specerijen, om deze daarna te gebruiken voor het aromatiseren van soepen, sauzen, ragouts enz.
Instituut voor de Nederlandse taal
fruiten ww. 'groente in vet of olie bakken' categorie: leenwoord Mnl. fruten, froyten 'in kokend vet braden', bijv. in fruten in ene panne 'braden in een pan' [1393-1402; MNW-R], dat is des duvels pan daer hi syn spise in froyt 'dat is de pan van de duivel waar hij zijn voedsel in braadt' [1484; MNW]; vnn...
J.H. van Dale (1898)
FRUITEN, (fruitte, heeft gefruit), in de pan bakken, bruin braden; vleesch, uien, boter fruiten. FRUITING, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: