Wat is de betekenis van friseur?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

friseur

friseur - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) (formeel) iemand die friseert (krullen aanbrengt), een kapper Woordherkomst Naamwoord van handeling van friseren met het achtervoegsel -eur Synoniemen coiffeur Verwante begrippen mannelijke vorm van friseuse

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Friseur

[Fr.] kapper.

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Friseur

(frizeur) kapper

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Friseur

kapper

2024-04-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

friseur

(Fr.) m. kapper.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

friseur

m. -s (Fr. haarkruller; kapper).

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

friseur

[Fr.], m. (-s), kapper.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

friseur

friseur, - m., kapper.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Friseur

kapper; friseeren: kappen.