frisbee
(zelfstandig naamwoord) [alg.] zwarrel - Onze hond hebben we geleerd vliegende zwarrels met de bek te vangen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] zwarrel - Onze hond hebben we geleerd vliegende zwarrels met de bek te vangen.
Wiktionary (2019)
frisbee - Zelfstandignaamwoord 1. plastic ronde schijf die je naar elkaar overgooit ♢ Frisbees zijn gewoonlijk uitgevoerd in plastic, hebben een diameter van ongeveer 20 tot 30 cm en een boord.
Ewoud Sanders (2019)
plastic werpschijf De herkomst van het woord frisbee is vrij nauwkeurig bekend. Er zijn een paar kleine variaties in deze woordgeschiedenis, maar over de grote lijnen is men het eens. De frisbee is zo genoemd naar William Russel Frisbie, die in 1871 in Bridgeport (Connecticut) de Frisbie Bakery oprichtte. Frisbie verpakte zijn 'take-away pies' in...
De oorsprong van sporten en sporttermen door Jonah Kahn
Wat doet de frisbee in een boek over sport? Ik bedoel, we hebben er natuurlijk allemaal wel eens mee gegooid, op het strand of in het park. En er zullen weinig honden zijn die zo’n ding niet tussen hun tanden hebben gehad. Maar met sport heeft frisbeeën toch niets te maken? Vroeger was het overgooien van zo’n handzame schijf inderd...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Am., naar de Amerikaanse bakker W.R. Frisbee, die vanaf 1871 zijn taarten verpakte in bakblikken die goed overgegooid bleken te kunnen worden] 1 ronde platte schijf van kunststof die men naar elkaar kan overgooien; 2 spel met zo'n schijf.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: