Wat is de betekenis van frequenteren?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

frequenteren

frequenteren - Werkwoord 1. (ov) vaak bezoeken Woordherkomst afgeleid van het Franse fréquenter met het achtervoegsel -eren

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Frequenteren

[Fr. fréquenter, van Lat. frequentare, frequentatum] veelvuldig bezoeken; omgaan met (een meisje).

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Frequenteren

(frekwenteren) vaak bezoeken; omgaan met

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Frequenteren

geregeld bezoeken, omgaan met.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

frequenteren

(vlijtig) bezoeken, vaak bijwonen; verkering hebben of vrijen met (een meisje).

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

frequenteren

gefrequenteerd (Fr. [Lat. frequentare]: druk bezoeken, veel omgaan met, dikwijls bijwonen; verkeren met (een meisje]), (qu = kw).

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Frequentéren

Frequentare, celebrare, frequentem esse.