frequent
frequent - Bijvoeglijk naamwoord 1. vaak voorkomend Verwante begrippen frequentie
Wiktionary (2019)
frequent - Bijvoeglijk naamwoord 1. vaak voorkomend Verwante begrippen frequentie
Muiswerk Educatief (2017)
frequent - bijwoord uitspraak: fre-kwent 1. op veel momenten, veel keren ♢ Thijs is hier frequent voor gewaarschuwd Bijwoord: fre-kwent Synoniemen dikwijls, meermaals, meermalen, menigmaal, regelmatig, vaak, veel, veelvuldig Te...
Direct toegang tot alle 17 resultaten over frequent?
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
bn & bw [Fr. fréquent, van Lat. frequens, frequentis = opeengehoopt, talrijk, drukbezocht] veelvuldig, herhaaldelijk; drukbezocht.
Jan Meulendijks (1993)
(frekwent) veelvuldig; vaak voorkomend
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
menigvuldig, herhaald
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
herhaald, veelvuldig; pouls fréquent, snelle pols.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. herhaald, vaak voorkomend; veelvuldig; 2. frequent (dikwijls) bezoeken, omgaan of verkeren met.
Jacon Kramers Jz (1948)
menigvuldig; véél voorkomend; druk, sterk bezocht.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Fr. [Lat. frequens]: dikwijls voorkomend, herhaaldelijk): een frequent bezoek. (quent = kwent).
Dr. Ch. Bles (1929)
talrijk. Met frequentie van pols of ademhaling bedoelt men het aantal polsslagen of ademhalingen in één minuut. Is dit aantal grooter dan normaal, dan spreekt men van frequenten pols en frequente ademhaling.
Herman Pinkhof (1923)
(van ’t Lat. frequens), veelvuldig, vaak; zie Pulsus.
dr. H. Pinkhof (1923)
(van ’t Lat. frequens), veelvuldig, vaak; zie Pulsus.
Fokko Bos (1914)
frequent, - menigvuldig, herhaald.
J. Kramer (1908)
veelvuldig plaatshebbend, druk bezocht, waar een druk verkeer heerscht ; frequenteeren. : een plaats, inrichting enz. dikwijls, geregeld bezoeken; fréquentant: geregeld bezoeker; frequentie-, menigvuldigheid, overvloed, herhaalde terugkeer; druk bezoek, toeloop, ruim gebruik.
J.H. van Dale (1898)
FREQUENT, bn. bw. (-er, -st), veelvuldig, herhaaldelijk; dit gebeurt frequent, dikwijls.
I.M. Calisch (1864)
frequent - bn. en bijw. (frequenter, frequentst), veelvuldig, sterk bezocht; eene frequente straat, dit gebeurt frequent
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.