Fremitus
een door palpatie vast te stellen voelbare voortgeleiding van geluidstrillingen (van de eigen stem in de borstkas); bijv. versterkte stem-fremitus bij ontstoken longweefsel.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
een door palpatie vast te stellen voelbare voortgeleiding van geluidstrillingen (van de eigen stem in de borstkas); bijv. versterkte stem-fremitus bij ontstoken longweefsel.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. elk dof geraas, - gedruis, het ruisen, bruisen, rommelen, snuiven, gonzen, brommen, mompelen, gemompel; inz. afkeurend gemompel, gemor.
Herman Pinkhof (1923)
(Lat., het gonzen, brommen), voelbaar trillen van het strottenhoofd of den borstwand ten gevolge van de stemvorming, welk trillen zich aan de vaste deelen mededeelt (stemfremitus, fremitus pectoralis) en waarvan de versterking of verzwakking aanwijzingen geeft omtrent den toestand der borstorganen. F. dentium, tandenknarsen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: