Wat is de betekenis van Frater?

2023-06-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

frater

frater - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) een vogel uit de vinkenfamilie Carduelis flavirostris. 's Winters komen fraters ook in Nederland voor. 2. (religie) broeder van bepaalde congregaties die vaak in het onderwijs werkzaam zijn

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Frater?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-08
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Frater

Fraters zijn wintergasten die hun broedgebieden voornamelijk in Noorwegen hebben. In Schotland leeft een aparte ondersoort. Bijzonder aan deze soort is de vreemde verspreiding over de wereld: de voornaamste broedgebieden liggen duizenden kilometers uiteen. Eén cluster in Noordwest-Europa, het andere tussen de Kaukasus en Centraal-Azië. De frater he...

Lees verder
2023-06-08
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Frater

afk. Fr. of fr. [Lat.] broeder, lid van leken-kloostergemeenschap, kloosterbroeder (frater laicus of conversus) of nog niet tot priester gewijd monnik of kloosterling (frater clericus).

2023-06-08
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Frater

kloosterbroeder niet tot priester gewijd

2023-06-08
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

frater

frater - De term komt uit het Latijn. Met de titel 'frater' spraken de vroege christenen elkaar gewoonlijk aan. Sinds het einde van de 13e eeuw verwees het naar leden van de bedelorden. Fraters zijn te onderscheiden van 'monniken' doordat fraters zich vooral bezighouden met het prediken als geestelijk ambt, zich onder andere men...

Lees verder
2023-06-08
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

FRATER

→ Vinken.

2023-06-08
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Frater

(Lat.: broeder), lid van een kloostergemeenschap, dat (nog) niet de priesterwijding heeft ontvangen. De priesters van een kloostergemeenschap worden pater genoemd. Ook in sommige broedercongregaties, die hoofdzakelijk in het onderwijs werkzaam zijn, worden de leden fraters genoemd.

Lees verder
2023-06-08
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Frater

heeten de leden van een religieuze → orde of → religieuze congregatie, die zich nog voorbereiden tot het priesterschap, om hen te onderscheiden van de → paters, die de priesterwijding reeds ontvangen hebben. Ook worden aldus genoemd de leden van een → religieuze congregatie, die geen wijdingen ontvangen. Zie ook Broeder.

Lees verder
2023-06-08
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Frater

orde- of kloosterbroeder, die niet tot priester is gewijd

2023-06-08
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

FRATER

wordt tegenwoordig vooral gebruikt als naam van kloosterlingen die zich nog op het priesterschap voorbereiden. Maar ook in enkele mannelijke kloostergenootschappen, waar de eigen doelstelling en regel geen wijdingen meebrengen, worden de leden wel Frater genoemd, (zie Broeder).

2023-06-08
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Frātĕr

tris, m. 1. eig., broeder. 2. overdr., fratres, broer en zuster, Tac., Eutr. | het kind van oom of tante, neef, en wel: frater patruelis of in het verband alleen frater, zoon van vaders broeder, Cic.; zoon van moeders zuster; schoonbroer, zwager. | vriend; vand. als erenaam van bondgenoten. | fratres, broeders (van bij e...

Lees verder
2023-06-08
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

frater

(Lat.) m. broeder, inz. orde- of kloosterbroeder, die niet tot priester gewijd Is.

2023-06-08
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

FRATER

is de Latijnse naam voor broeder en wordt in het Nederlands gebruikt: 1. voor alle kloosterlingen, die zich voorbereiden op het H. Priesterschap; 2. voor alle leden van de vier grote bedelorden (Dominicanen, Franciscanen, Carmelieten en Augustijnen), ook na de ontvangst van het H. Priesterschap, ofschoon ze dan gewoonlijk pater worden genoe...

Lees verder
2023-06-08
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

frater

m. (Ned.) -s; (Lat.) fra'tres (Lat. eig. broeder: inz. kloosterbroeder, lid v. e. geestelijke orde inz. lid, dat niet de priesterwijding ontvangen heeft).

Lees verder
2023-06-08
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

frater

m. kloosterbroeder.

2023-06-08
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Frater

(Lat. = broeder), afk. fra, kloosterbroeder, ordebroeder.

2023-06-08
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Frater

Frater - (Lat., = broeder; meerv. fratres), 1° oorspronkelijk in de oudere kloosterorden algemeene benaming der monniken; 2° later werd in sommige orden f. uitsluitend ter aanduiding van de leekebroeders (f. laicus, conversus) gebezigd; 3° ook wordt f. in het bijzonder als benaming gebruikt voor kloosterlingen, die zich nog in de voorbe...

Lees verder
2023-06-08
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

frater

(‘fra:tər)m. (-s;-tje) [Lat.] 1. Algm.broeder. 2. Inz. kloosterbroeder, lid van een orde of kongregatie, dat de priesterwijding niet ontvangt.

Lees verder
2023-06-08
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Frater

Frater - meervoud fratres, Lat. broeder, ordebroeder, die geen priester is, maar wel een gelofte doet of professie aflegt. De fraters of broeders vormen met de paters één communiteit, of zorgen voor onderwijs of hebben een bijzonder doel, vooral verpleging. Wonen zij met de paters in één klooster samen, dan hebben zij de zorg voor de huiselijke aan...

Lees verder
2023-06-08
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

frater

frater, - m., broeder, vooral orde- of kloosterbroeder, die niet tot monnik is gewijd.