Fransijn
ook: francijn [MLat. francenum, van Francia = Frankrijk] 1. bep. soort fijn perkament; 2. (Z.N.) patroon van perkament voor kantwerk.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
ook: francijn [MLat. francenum, van Francia = Frankrijk] 1. bep. soort fijn perkament; 2. (Z.N.) patroon van perkament voor kantwerk.
Hans Heestermans (1977)
fransijn - vrouwelijk geslachtsorgaan; eig. ‘fijn soort perkament’ (vgl. andere benamingen voor schrijfmiddelen met erotische bet., als pen, potlood). Wi en dienen niet te samen (= horen niet bij elkaar, H.), ick ende ghy. Oudt ende versleten dunct ghy my.Wal soudt ghi schrijven in mijn francijn? Mijn boelken moet een jonck man zijn&rsq...
Jozef Verschueren (1930)
(fran'sijn) o. (-en) [oorspronkelijk uit Frankrijk ingevoerd] Veroud. I. Eig. fijne soort van perkament. II. Metn. 1. handschrift op dat perkament. 2. band daarin gebonden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: