Fransen
Fransen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Fransman
Wiktionary (2019)
Fransen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Fransman
Leendert Brouwer (2017)
Patroniem uit de voornaam Frans met -en-verbuiging. De naamvorm Frans is ontstaan uit Franciscus = 'Fransman'. De voornaam dankt zijn populariteit aan Franciscus van Assisi, die deze naam na een reis naar Frankrijk kreeg.
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De verwensing loop naar de Fransen! kennen wij in de betekenis ‘hoepel op’. De Fransen hebben in het verleden bij ons nog al huisgehouden, zo erg dat wij in geval van woede en andere frustraties iemand gemakkelijk willen toevertrouwen aan de ondeugden van dat volk, dat ook nog eens ver van de brandhaard van ons ongenoegen woont....
Pieter Scheen (1980)
Anton; geb. Huisduinen (gem. Den Helder) 7 november 1867, overl. Rotterdam 25 augustus 1954. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1889, Den Helder tot 1897, Rotterdam 1897, Den Haag tot 1903, daarna in Rotterdam. Heeft eerst gevaren, later schilderde hij (heel precies) schepen, vnl. zeilschepen.Scheen 1969.
Van Dale Uitgevers (1950)
(franste, heeft gefranst), (Zuidn.) de voeten buitenwaarts zetten, de Franse stand hebben: dat peerd, die jongen franst.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: