Wat is de betekenis van fragment?

2023-09-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fragment

fragment - Zelfstandignaamwoord 1. een gedeelte. 2. een stukje, een brok. Woordherkomst Van het Engelse #Engels|fragment Verwante begrippen brok, brokstuk, onderdeel, stuk

2023-09-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fragment

fragment - zelfstandig naamwoord uitspraak: frag-ment 1. een klein stukje ergens van ♢ er zaten fragmenten lood in de verf 2. een afgebroken stuk ♢ een fragment van de vliegtuigvleugel werd in h...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over fragment?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fragment

brokstuk; gedeelte

2023-09-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Fragment

een afgerond deel uit een geheel werk; een onvoltooid gebleven of ten dele verloren gegaan werk: van het Roelandslied zijn slechts fragmenten over.

2023-09-25
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fragment

o., brokstuk

2023-09-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Fragment

(plantensoc.) Onvolledig associaat; d.i. exemplaar van een plantenassociatie, dat veel minder soorten bevat dan de normale kenmerkende soortengroep en het gemiddelde aantal soorten der associatie. Kensoorten ontbreken doorgaans geheel. Oorzaken: te geringe uitgestrektheid van het biotoop, voorkomen aan de grens van het areaal der associatie, mens...

2023-09-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Fragment

s.n., fragmint (it), brokstik (it).

2023-09-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Fragment

overblijfsel; brokstuk; scherf, splinter; fragment.

2023-09-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

fragment

brok, stuk, brokstuk, fragment.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fragment

(<Lat.), o. (-en), 1. afgebroken stuk, brokstuk, inz. overgebleven stuk; 2. uit een geheel gelicht stuk; van een geestelijk geheel, b.v. van een letterkundig werk of een muziekstuk : hij droeg fragmenten voor uit Gorters Mei. FRAGMENTJE, o. (-s). FRAGMENTA'RISCH, bn. bw., uit brokstukken bestaand, niet samenhangend : fragmentaris...

2023-09-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fragment

(Fr.) o. brokstuk; overblijfsel, stuk.

2023-09-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fragment

o. -en (Fr. fragment, Lat. fragmentum: afgebroken stuk; brok; gedeelte): een fragment v. e. gedicht; een fragment v. e. vlakversiering.

2023-09-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

fragment

(Fr.), o. brokstuk.

2023-09-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fragment

o. (-en) 1. Algm. afgebroken stuk, brokstuk: -en van een standbeeld. 2. Inz. uit het geheel gelicht stuk van een geschrift of muziekstuk: een uit Vondel.

2023-09-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Fragment

= afzonderlijk stuk van een geheel ; inzonderheid: gedeeltelijk overblijfsel van een oud geschrift.

2023-09-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fragment

[Lat.], o. (-en), 1. afgebroken stuk, brokstuk, m.n. overgebleven stuk; 2. uit een geheel gelicht stuk van een artistieke creatie, b.v. van een letterkundig werk of een muziekstuk: hij droeg fragmenten voor uit Gorters Mei.

2023-09-25
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

fragment

fragment, - o., brokstuk.

2023-09-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Fragment

brokstuk, overgebleven deel van een geheel; overblijfsel van een verloren gegaan werk; fragmentarisch : brokstuksgewijs.

2023-09-25
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Fragment

stuk, gedeelte.

2023-09-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Fragment

o., brokstuk, gedeelte.