foutloos
foutloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder fouten, zonder misslagen ♢ De secretaress kon foutloos typen. Woordherkomst afgeleid van fout met het achtervoegsel -loos Synoniemen perfect, volmaakt, correct, feilloos
Wiktionary (2019)
foutloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder fouten, zonder misslagen ♢ De secretaress kon foutloos typen. Woordherkomst afgeleid van fout met het achtervoegsel -loos Synoniemen perfect, volmaakt, correct, feilloos
Muiswerk Educatief (2017)
foutloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fout-loos 1. zonder fouten ♢ je hebt dit dictee foutloos gemaakt Bijvoeglijk naamwoord: fout-loos de/het foutloze ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: