Wat is de betekenis van forfait?

2025-02-09
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-09
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

forfait

forfait - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel) (juridisch) term in het Nederlands belastingrecht die wordt gebruikt om aan te duiden dat in een bepaald geval niet de werkelijke situatie, maar een veronderstelde situatie de heffingsgrondslag vormt voor belasting Maar dan nog: een ombuiging van die omvang in...

2025-02-09
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

forfait

(het) verstek, afwezigheid op een afspraak - forfait geven, niet opkomen of zichterugtrekken, verstek laten gaan. Om toch nog een finaleplaats te halen nadat ze als negende eindigde na de schiftingen, moest ze een ploeggenote overhalen om forfait te geven. - DM, 01-08-2002. - met forfait winnen, reglementair winnen, zonder een...

2025-02-09
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Forfait

[Fr., van forfaire (MLat. foris facere) = buiten de norm iets doen (spec. misdoen, maar ook: afwijkend handelen), van fors = Lat. foris = buiten (zie foreest), en faire = Lat. facere = doen] 1. misdaad, misdrijf; 2. (bw uitdrukking) à forfait = bij de...

2025-02-09
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Forfait

vast bedrag

2025-02-09
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

forfait

1. (Econ.) Vaste som, vooraf overeengekomen bedrag, waarvoor men een werk uitvoert e.d.; aannemingssom; een forfait krijgen; tegen, aan forfait werken; - m. betr. t. de belastingen ook: vaste aftrek. Wat betekent dit voor onze schatkist? Een buitenlands kaderlid krijgt een aanvullend forfait aan bedrijfslasten van 30 t.h. op 1,5 miljoen B.fr...

2025-02-09
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Forfait

euveldaad; a forfait: ineens, voetstoots (bij aanbesteding).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-09
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Forfait

1. misdaad, euveldaad; 2. overeenkomst, contract; 3. rouwgeld; à forfait, aangenomen, tegen een vooraf bepaalde som, voetstoots.