Wat is de betekenis van fondsen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fondsen

fondsen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fonds

2024-04-19
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Fondsen

Fondsen - aandelen of obligaties van een bedrijf. Het belangrijkste fonds waarin wij handelen, is Ahold. - Het Parool 8.10.1988 ​

2024-04-19
Begrippen over beroep en opleiding

Frank Peters, Rian van den Bergh, Sonja Liefhebber & Deanne Radema (1999)

Fondsen

Zie sectorfondsen.

2024-04-19
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Fondsen

Onder een fonds verstaat men meestal een som gelds, die voor een bepaald doel is bestemd en die veelal toebehoort aan de een of andere vereniging of stichting, b.v. een steunfonds voor behoeftige leden, enz. Ook heet de inrichting, die het fonds beheert, zelf wel fonds. Wij herinneren daarbij aan ziekenfonds, begrafenisfonds en pensioenfonds, b.v....

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fondsen

FONDSEN, o. mv. effecten, staatspapieren: incourante fondsen, weinig verhandelde effecten; in fondsen handelen, speculeeren; de fondsen rijzen, dalen; — (fig.) zijne fondsen beginnen te rijzen, zijne zaken gaan goed; (ook) hij komt meer en meer in de gratie, hij heeft meer kans van slagen.

2024-04-19
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Fondsen

Zie Staatsschulden.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Fondsen

Fondsen, o. mv. effecten, staatspapieren; in - handelen, speculeren; de - rijzen, - dalen. *-BEURS, v. (...zen). *-HANDELAAR, m. (-s). *-HOUDER, m. (-s), bezitter van fondsen. *-MAKELAAR, m. (-s). *- MARKT, v. gmv. effectenbeurs.