Wat is de betekenis van foks?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

foks

(1547) (Barg.) goud(en). Een 'fokse oksenaar' is een gouden horloge. 'Fokse schrabber' of 'fokse apie': gouden tientje. Een 'fokse spiese' is een goudsmidwinkel. • Denk echter niet, dat wij amchen zijn, die op den scholm met den jas, de vonk of den das hebben staan lenzen; louw, Sorrore, wij z...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

foks

foks - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) (scheikunde) (element) goud Woordherkomst Herkomst: Bargoens

2024-04-23
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

foks

(van) goud In 1547 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. Omstreeks 1600 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, in de vorm vossen voor ‘goudstukken’. Vervolgens (onder meer) in 1731 opgenomen in een Bargoense woordenlijst achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, waarin vos voor ‘go...

2024-04-23
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

foks

(< Hd. Fucks, vos, naar de rossige kleur van de vacht), gouden: Als hij een fokse oksener (horloge) met een zwiebel (ketting) bij zich heeft zal ik die voor mij houden, J. DE VRIES 99; fokse spiese, goudsmidswinkel: BERNS (DAAN) 43.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Foks

(Barg.) goud; fokse oksenaar: gouden horloge; fokse spie: gouden tientje; fokse slang: gouden ketting.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Foks

v. (-en), FOKSIA, v. (-’s), fuchsia.

2024-04-23
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

foks

goud. Het foks gaat in de pot waar je bij staat. Een paar fokse bellen, gouden ringen, diamant (ruw of geslepen) (z.h.). Hij heeft een fijne foks op zak, hij heeft een (goud) horloge.

2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

foks

goud; ~e oksenaar, gouden horloge.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

foks

foks, - o., (argot) goud: „foksespiese”, v., goudsmidswinkel; „fokse oksenaar” : gouden horloge ; „een fokse cent, fokse schrabben of fokse spie”: gouden tientje; „me fokse”: mijn schat; „fokse medaille”: gouden medaille; „fokse slang”: gouden ketting.

Gerelateerde zoekopdrachten