Wat is de betekenis van fok?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

fok

1) (1901) (Barg.) rijk. Syn.: goed beslagen*; betoeg(d)*; grandig*. Een rijk persoon noemt men een Dagobert* Duck; een rijke fokker*; een geldzak*; een goudvink*; een knakenkoning*; een loodbok*; een markies* van Carabas; een molmboer*; een Oostenrijker*; een plutocraat*; een rastekweir*; een richard*; rijke stinkerd*; een splinterbol*. • Lekk...

2024-03-29
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Fok

FOK is het letterwoord voor Fill Or Kill.

2024-03-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Fok

Zie Foke

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fok

fok - Zelfstandignaamwoord 1. (m); (scheepvaart) driehoekig zeil bevestigd aan de voorstag, het fokzeil 2. (m); (scheepvaart) het onderste razeil aan de fokkemast van vierkantgetuigd|vierkantgetuigde schepen 3. het fokken, de teelt van dieren (geen meervoud) 4. bril zet die fok eens op...

2024-03-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

fok

bril In 1844 voor het eerst aangetroffen, in een artikel over het Bargoens in de Algemeene Konst- en Letterbode. Het komt hierin voor in de zin: ‘Een vrijer, die een fok droeg.’ Een ‘koperen bril’, aldus een Bargoense bron uit 1860, werd wel een loensche fok genoemd. Köster Henke geeft in 1906 in De Boeventaal onder meer als vo...

2024-03-29
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Fok

Fok - schertsend voor bril. Iemand de fok opzetten: iemand beetnemen. Eig. driehoekig voorzeil.

2024-03-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

fok

(zn) grote neus BM, EK.

2024-03-29
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

fok

fok - Afkorting van fill or kill order.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Fok

1. geen-,helemaal niets. Soldatenslang. Verbastering van Engels fuck. Het interesseert me geen fok. (Trouw, 29/12/95) 2. wat de -, wat geeft het; wat maakt het uit. Onder jongeren een populair tussenwerpsel. Uit Engels slang what the fuck(zie wat de fuck). En wat de fok, als we nu toch bezig zijn... (Oor, 02/12/95)