Wat is de betekenis van Foet?

2024-04-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

foet

(19e eeuw) (< Lat. foetus) (ook: foetus, feut) (stud.) scheldwoord voor een noviet, groen. Tegenwoordig spreekt men van een nul*. • Waarop terstond een ander foetus opstaat, dat, denkende iets buitengemeen aardigs te zullen uitboezemen, op den toon, als of hij den vorigen toast kwalijk nam, uitsnatert: 'En ik, meneeren! ik dri...

2024-04-16
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Foet

Foet - groen of noviet. Afk. van foetus = onvolwassen mens. In 1968 moesten de mannelijke foeten zich voor het laatst melden met een kaalgeschoren hoofd. - Carolijn Visser, Alle dagen vrij (1984) ​

2024-04-16
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Foet

Oude N naam voor de Fuut ←, genoemd in Houttuyn 1763 en Vroeg 1764 (p.28). Zo goed als zeker is dat Foet door verkorting uit Aarsvoet (spreek uit [aarsfoet]) is ontstaan. Het woord Fuut op zijn beurt is hoogstwaarschijnlijk uit Foet geëvolueerd, het meest waarschijnlijk nog als een 'nawerking' van Klankwet nr.22 ([oe] >[uu] &...

2024-04-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Foet

(spreek uit: feut) zie feut.