Wat is de betekenis van fluks?

2024-04-19
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

Fluks

Fluks is het Latijnse woord voor "stroom" of "strooming". Het wordt vaak gebruikt in de wetenschap om te verwijzen naar de beweging van een vloeistof of gas, zoals bijvoorbeeld de stroming van water in een rivier of de stroming van lucht in een windtunnel. Het kan ook gebruikt worden in een bredere zin om te verwijzen naar een s...

2024-04-19
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

FLUKS

UIT: 'Dexia was het Lehman Brothers van Europa' (Nico Tanghe, De Standaard, 20 oktober 2011) CONTEXT: Zijn FLUKSE tred en stevige handdruk is de Franse topman van Dexia nog niet kwijt. Maar bij aanvang van het gesprek is de blik van Pierre Mariani dof en zijn gezicht getekend. : snel, kwiek, stevig UITSPRAAK: [fluks] WOORDFEIT: De oud...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fluks

fluks - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel snel zonder aarzelen Romantische liefde, familieliefde, vriendenliefde: om Valentijnsdag heen valt altijd wel iets te verzinnen. Ik ging fluks aan de slag. Lustopwekkend eten, hartjesvormen: niets was mij te gek. Dit alles mocht mijn gezin proeven en beoordelen....

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fluks

snel; dadelijk

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

fluks

M. betr. t. iemands voorkomen: flink, fiks, kloek. Ik heb toen... de reeds oude maar nog flukse Girardengo leren kennen als sportbestuurder, T.V.-strip 19/5/1978, p. 166. Opm.: In de standaardt. uitsl. als bijw.: met spoed; dadelijk, onverwijld.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

fluks

nie lui nie, ywerig.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fluks

I. bw. (-er, -t), dadelijk, zonder verwijl; II. bn., (Zuidn.) 1. vlug, rap ; 2. fiks, stevig.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fluks

flukser, flukst 1. bw. (met spoed, gezwind; aanstonds, dadelijk): fluks komen; 2. bn. (vero., Z.-N. vlug, rap; flink; bijdehand): een flukse wending.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fluks

bn. en bw. (-er, -t) [~ vliegen] snel, spoedig : een -e wending; zich gewennen; naderen. Syn. * driftig.