Flintglas
[Eng., van flint = bep. steensoort van vrijwel zuivere kiezel, missch. verwant met Gr. plinthos = tichelsteen, en glass = glas] bep. heldere glassoort (oorspr. met flintsteen vervaardigd).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng., van flint = bep. steensoort van vrijwel zuivere kiezel, missch. verwant met Gr. plinthos = tichelsteen, en glass = glas] bep. heldere glassoort (oorspr. met flintsteen vervaardigd).
Getty Research Institute (1990)
flintglas - Glinsterend en glanzend glas dat is gemaakt van een samenstelling van loodoxide, zand en alkali. Vaak gebruikt in lenzen en prisma's vanwege de hoge brekingsindex.
drs. L.A. Beeloo (1981)
soort glas dat de kleuren van het licht sterk verstrooit. In tegenstelling tot kroonglas bevat het lood; zie achromatisch.
Jan Durdik en anderen (1970)
ontwikkeld in 1673 door G. Ravenscroft die als silicaat vuursteen gebruikte. Hij verkreeg daarmee een zeer harde, fonkelende glassoort die echter een sterke neiging tot barstenen scheuren vertoonde. Op deze uitvinding voortbouwend vond hij enkele jaren later hel loodglas uit.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., (nat.) zeer doorschijnende glassoort met sterk lichtbrekend vermogen, inz. voor optische instrumenten gebruikt.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(= Eng. flint-glass; flint = keisteen; Gr. plinthos = baksteen. Fijn kiezelglas, glas dat loodoxyde bevat.
Winkler Prins (1949)
loodhoudend glas, licht smeltbaar, grote brekingsindex, vnl. gebruikt voor lenzen e.d. In verbinding met kroonglas (geringe brekingsindex) lichtbreking met vermijding van kleurschifting (dispersie), z.g. achromatische lenzen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: