flight
(zelfstandig naamwoord) [luchtv.] vlucht - Zag jij dat onze vlucht met een half uur is vervroegd? Had je je bril op?!
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [luchtv.] vlucht - Zag jij dat onze vlucht met een half uur is vervroegd? Had je je bril op?!
Jan Luitzen (2009)
(de) 1 (-s) - aantal bij elkaar horende groepen of partijen, bv. 32 landen tijdens het ELTK (Europees Landen Team Kampioenschap)na kwalificatie: 1e flight 1-16 en 2e flight 17-32. • De wedstrijdvorm 'flights open’- matchplay of strokeplay gespeeld - wordt georganiseerd als een miniatuurtoernooi, met dien verstande dat de deelnemers worden ingedeel...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
vlucht; loop, vaart; reeks; zwerm, troep, groep; flight of stairs, trap; flight of steps, bordes; put to flight, op de vlucht drijven; take (to) flight, op de vlucht gaan; flight deck, vliegdek; flight-lieutenant, escadrille-commandant; flight-sergeant, sergeantvlieger.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: