Wat is de betekenis van Flamen?

2024-04-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

flamen

(werkwoord) [alg.] afzeiken, afbranden - Pesten beperkt zich niet meer tot het schoolplein. Het afzeiken gaat soms anoniem door op internet.

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flamen

(1994) (internet) iemand die een domme of misplaatste opmerking plaatst op een internetforum op een harde manier terechtwijzen. Een uit de hand gelopen discussie kan zo gemakkelijk ontaarden in een zgn. 'flame war'. • De tirades gaan dan over en weer, met juweeltjes als 'dit bericht is verzonden met 100 procent hergebruikte elektronen. De kuns...

2024-04-20
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Flamen

Flamen - Romeins opperpriester. De flamines waren de opperpriesters in het Romeinse Rijk, verbonden aan een dienst van een welbepaalde godheid. De vijftien flamines (nl. drie flamines majores en twaalf flamines minores) behoorden tot het oeroude college van de pontifices. De drie flamines majores, de flamen Diales (hogepriester...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Flāmĕn

I. ĭnis, m. priester van een bepaalde godheid, de voornaamste was de flamen Dialis (van Juppiter). II. ĭnis, n. het blazen, waaien (van de wind). | meton., wind; flamina tibiae, tonen van de fluit, Hor.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Flamen

Flamen - Albert, Zned.schilder, teekenaar en etser; * begin 17e eeuw te Brugge; werkzaam te Parijs van 1648 tot 1669. Men kent een groot aantal teekeningen (landschappen, topogr. gezichten, visschen, vogels, enz.) en zeer verdienstelijke etsen van hem. Lit.: v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex. v

2024-04-20
Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Flamen

(d. i. de aanblazer v. h. offervuur), een priester van een bepaalde godheid te Rome.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

flamen

m. (-mines), in het oude Rome priester die de cultus van afzonderlijke goden verzorgde, m.n. van de beschermgoden van de staat. Oorspronkelijk waren er vijftien flamines: drie flamines maiores, van Iuppiter (flamen dialis), Mars en Quirinus, en twaalf flamines minores. De flamines maiores moesten patriciër zijn en aan vele rituele eisen beantw...

2024-04-20
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Flamen

Flamen - . De flamines te Rome waren 15 in getal, priesters van even zooveel godheden. Er waren drie flamines maiores, priesters van Jupiter, Mars en Quirīnus, flamen Dialis, Martialis, Quirinalis. De overige waren minores, zooals de fl. Volcanalis, Carmentalis, Floralis, Pomonalis, enz. De voornaamste was de fl. Dialis, die de toga praetexta, de s...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Flamen

Flamines. De Flamines waren te Rome priesters van afzonderlijke godheden, 15 in getal, gedeeltelijk door Numa ingesteld. Hun ambt was voor hun leven doch zij konden het in zekere gevallen verliezen. Zij droegen eene muts (apex), of in plaats daarvan een band (filum) om het hoofd, omdat zij niet geheel blootshoofds mochten gaan. Zij waren verdeeld i...