fitting
(zelfstandig naamwoord) [alg.] lamphouder; pasvoet - Ik heb een energiezuinig peertje in de lamphouder gedraaid.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] lamphouder; pasvoet - Ik heb een energiezuinig peertje in de lamphouder gedraaid.
Wiktionary (2019)
fitting - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) houder van een gloeilamp (bajonetfitting, schroeffitting) 2. verbindingshulpstuk bij buisleidingen, mof, sok Woordherkomst Naamwoord van handeling van fitten met het achtervoegsel -ing
Muiswerk Educatief (2017)
fitting - zelfstandig naamwoord uitspraak: fit-ting 1. van schroefdraad voorzien deel van een lamp waarin een gloeilamp gedraaid wordt ♢ in de fitting wordt contact gemaakt tussen de stroomdraden en de gloeilamp Zelfstandig naamwoord: fit-...
Getty Research Institute (1990)
fitting - Een stuk pijp of een verbindingsstuk dat men gebruikt om andere stukken pijp met elkaar te verbinden.
drs. L.A. Beeloo (1981)
is een deel van een elektrische lichtinstallatie, waarin de lamp is vastgeschroefd en met de leiding verbonden.
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
verbinding tussen electrische stroomdraden en lamp; hulpstuk tussen buizen; klein machine-onderdeel.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. passend, gepast; II. 't passen, zie fit II; fittings, benodigdheden voor het inrichten v. e. huis, winkel; monteerbenodigdheden; fitting room, paskamer; fitting shop, bankwerkerij.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: