Wat is de betekenis van fitter?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fitter

fitter - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) (beroep) iemand die fit (buisleidingen, kranen enz. aanbrengt) fitter - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van fit Woordherkomst afgeleid van fitten met het achtervoegsel -er Verwante begrippen mannelijke vorm van fitster

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fitter

werkman die buizen aanlegt of repareert (gas-, waterleiding enz.).

2024-04-19
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

fitter

passer, pasmaker; bankwerker, monteur; (gas)fitter.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fitter

(<Eng.), m. (-s), werkman bij de waterleiding enz. belast met het maken en repareren van blusleidingen enz.; vgl. gasfitter, waterfitter.

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Fitter

(Eng.), arbeider bij gasbedrijf, die belast is met werkzaamheden aan de gasleidingen.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fitter

(Eng.) m. werkman, die gaspijpen aanpast en legt.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fitter

m. fitters (Eng. werkman, die de pijpen van een gasleiding, waterleiding legt, herstelt enz.); een gas fitter; een water fitter.

2024-04-19
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

fitter

(Eng.), m. werkman die gaspijpen aanpast.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fitter

m. (-s) werkman die buisleidingen voor gas, water enz. aanlegt.