Fistel
Abnormale verbinding tussen een holte en de buitenwereld.
Wiktionary (2019)
fistel - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een kanaalvormige zweer ♢ Hij ging naar de dokter vanwege een fistel.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. fistula = pijp, kanaal] pijpzweer, door lichaam gevormd etterkanaal naar buiten; ook: kunstmatig aangebrachte etterbuis of etterafvoer.
Ernst Meyer Camberg (1981).
verbinding tussen organen, die normaal van elkaar gescheiden zijn, b.v. schede en endeldarm; of van holle organen met de opperhuid, longen, darm, blaas, enz. Kunnen meestal alleen door operatief ingrijpen duurzaam gesloten worden. Biochemie: Calcium fluoratum Dl2, Calcium sulfuricum D6.
G. Th. van Kempen (1974)
(L., fistula = pijp), kanaal, kunstmatig of niet (in het gezonde lichaam aanwezig) dat een orgaan met de buitenwereld verbindt. Kan ook uitmonden in een inwendige holte (darmkanaal), ➝ klierafscheiding.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: