Wat is de betekenis van Fijt?

2024-04-25
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

fijt

Zie (ook) panaritium

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fijt

[MNed. nevenvorm van fijc, van Lat. ficus = vijg, ook: vijgzweer of panaritium, van Lat. panaricium = ziekte aan de nagels] etterige ontsteking aan de binnenzijde van een vinger, die zich kan uitbreiden tot de buigpezen en zelfs tot het bot van het vingerkootje.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fijt

ontsteking aan de vingertop

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Fijt

ontsteking, meestal voorkomend aan de vinger, waarbij ook het dieper gelegen been of het beenvlies ontstoken is.

2024-04-25
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Fijt

zie Omloop.

2024-04-25
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

fijt

(L., ficus = vijg, vijgezweer), etterige ontsteking aan buigzijde van de vinger, vaak gevolg van verwonding waardoor bacteriën binnendringen.

2024-04-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Fijt

paronychia (panaritium), een etterige ontsteking van het hele eindkootje van een vinger; begint vaak als een omloopje (zie aldaar).

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Fijt

of panaritium is een zeer pijnlijke ontsteking; bij de mens aan de top van de vinger, bij runderen als tussenklauwontsteking.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Fijt

s., fyk, fyt.