Wat is de betekenis van FIG?

2024-04-23
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

FIG

(de) GY - Fédération Internationale de Gymnastique; de overkoepelende internationale gymnastiekfederatie, opgericht in 1881 te Luik, die alle aspecten van de volgende gymdisciplines reglementeert en coördineert: dames- en herenturnen, ritmische gymnastiek, trampolinespringen, acrobatische gymnastiek, aerobic gymnastiek en gymnastiek voor iedereen.

2024-04-23
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Fig

afk. van Fluency Initiating Gesture; techniek die de vloeiendheid bevordert

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

fig

I. vijgeboom; vijg; I don't care a fig, ik geef er geen zier om || in full fig, in pontificaal; in good fig, in goede conditie; II. fig out, opknappen.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Fig

figuurlijk.

2024-04-23
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

fig

vijg; fig wart, vijgwrat, condyloma acuminatum, verruca acuminata.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fig

1. figuur; 2. figuurlijk.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fig

afkorting van : figuur(lijk).

2024-04-23
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Fig

= figuur.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fig

afk. van: 1. figuur, afbeelding; 2. figuurlijk.