fietser
iemand die fietst. iemand die zich op de fiets in het verkeer begeeft; iemand die fietsend aan het verkeer deelneemt; verkeersdeelnemer op de fiets; iemand die fietst. Voorbeelden: Fietsen is goed voor de gezondheid. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Ingrid Hendriksen. Fietsen is snel. De fietser is onafhankelijk. Fietsen is goedk...