Wat is de betekenis van fietsenmaker?

2023-04-01
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

fietsenmaker

1) (1974) (inf.) knoeier; prutser; (sold.) arts of verpleger die zijn vak niet verstaat of nogal ruw te werk gaat; militair van de technische dienst. In de tropen (Java/ Ned-Indië) werd een dokter ook wel ‘fietsenmaker’ genoemd. Delftse studenten worden in andere steden eveneens met deze benaming vereerd. De internetencyclopedie Wi...

Lees verder
2023-04-01
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

fietsenmaker

iemand die fietsen maakt. iemand die fietsen maakt, verkoopt en herstelt voor zijn beroep. Voorbeelden: in de werkwinkel van mijn vader , in de smidse waar de blaasbalg een cycloon van vonken uit het kolenvuur de zwarte schoorsteenkap injoeg en de witgloeiende ijzerstaven stomend en sissend afkoelden in de waterbak , in de werkplaats...

Lees verder
2023-04-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fietsenmaker

fietsenmaker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een persoon die fietsen verkoopt en repareert De fietsenmaker om de hoek. 2. (informeel) bijnaam voor een Delftse student of meer in het algemeen een student werktuigbouwkunde Als Delftse student überhaupt sta je a...

Lees verder
2023-04-01
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Fietsenmaker

Fietsenmaker - schertsend voor een arts of verpleger die zijn vak niet verstaat of nogal ruw te werk gaat; militair van de technische dienst. In de volkstaal ook voor een prutser in het algemeen.

2023-04-01
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

fietsenmaker

(de; -s) - reparateur van fiet sen, syn. rijwielhersteller, fietshersteller, fietsenreparateur.

2023-04-01
Groot Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

fietsenmaker

knoeier; prutser. In soldatenslang vaak gebruikt voor een arts of verpleger die zijn vak niet verstaat of nogal ruw te werk gaat; militair van de technische dienst. In de tropen (Java/Ned.-Indië) werd een dokter ook wel hetsenmaker genoemd. Delftse studenten worden in andere steden eveneens met deze benaming vereerd. De internetencyclopedie W...

Lees verder
2023-04-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fietsenmaker

m. (-s), in de omgangstaal het gewone woord voor rijwielhersteller.