Wat is de betekenis van fielten?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

fielten

(1912) (Groningen, schol.) afkijken, spieken. • Voor afkijken en in 't boek kyken: spieken, spieren in Holland, smokkelen in Overijsel; fielten in Groningen; tikken te Soerabaja. (De Preanger-bode, 10/08/1912) • (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fielten

fielten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fielt