Wat is de betekenis van Feesten?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

feesten

(2000) (Vlaanderen, jeugd) vechten. Vgl. bakkelaaien*; batteren*; borstelen*; brassen*; dasjevechten*; dobberen*; doppen*; haberdoedassen*; hoeken*; instappen*; looien*; matten*; ramenassen*; rammen*; rauzen*; robberen*; rollebollen*; sauzen*; sparren*. • Feesten: vechten. (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

feesten

feesten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord feest feesten - Werkwoord 1. (inerg) een feestje vieren

2024-03-28
De A is van Amalia, die is allochtoon, een multiculti ABC

Hans Kaldenbach (2007)

Feesten

Zou een allochtone kennis of collega het ooit kunnen begrijpen als een Nederlander besluit zijn huwelijk in kléine kring te vieren? Waarschijnlijk slechts met heel veel moeite. Een feest vier je, in zijn ogen, met je familie, met al je vrienden en met ál je kennissen. Stel: u bent vijf en twintig jaar getrouwd. U besluit een wereldreis te maken in...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Feesten

Naast de wekelijkse feestdag van de sabbat en de maandelijkse van nieuwe maan (Rosj chodesj), kent het vroege jodendom de volgende belangrijke feesten: De drie pelgrimsfeesten Pasen (Pesach), Wekenfeest (Sjavoe’ot) en Loofhuttenfeest (Soekot); de hoge feestdagen van Nieuwjaar (Rosj ha-sjana) en Grote Verzoendag (Jom Kipoer); en de halve feest...