Wat is de betekenis van Feestdagen?

feestdagen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord feestdag

Boven alle feestdagen staat het Paasfeest. Dan volgen de twaalf grote feesten: 1. 8 september - De geboorte van de Moeder Gods 2. 14 september - De kruisverheffing 3. 21 november – Presentatie van Maria in de tempel 4. 25 december – Geboorte van Christus 5. 6 januari – Doop van Christus (de theofanie) 6. 2 februari – Presentatie van Christus in...

data van de belangrijkste 1. Joofds Nieuwjaar - Rosj Hasjana 1 en 2 Tisjrie 2. Grote Verzoendag -Jom Kipper 10 Tisjrie 3. Loofhuttenfeest - Spekot 15 Tisjrie 4. Sjemini Atseret 22 Tisjrie 5. Vreugde der Wet - Simchat Tora 23 Tisjrie 6. Chanoeka 25 Kislew 7. Poeriem 14 Adar 8. Pesach 15, 16, 21 en 22 Nisan 9. Wekenfeest Sjawoeot Bij de liberale jod...

Algemene feestdagen kent onze maatschappij veel minder dan de vroegere tijd, waarin het dagelijks leven en het kerkelijk jaar sterk met elkaar verbonden waren. Feestdagen boden toen een regelmatige gelegenheid tot bezinning en tot vervulling van zijn godsdienstige plichten. Daarnaast gaven ze de mensen, die geen vakahtietijd en vrije weekeinden ken...

zie Kerkelijke feestdagen.

Feestdagen - Ned. Recht. In vsch. wetten en verordeningen treft men voorschriften aan met betrekking tot den Zondag en Christelijke feestdagen (➝ Feest). Deze voorschriften hebben ten doel eenerzijds de heiliging dier dagen, anderzijds de bevordering van de rust op die dagen. De heiliging van den Zondag is in het bijzonder geregeld in de Zondagswe...

Door alle eeuwen heen hebben de mensen er behoefte aan gehad, om de eentonige sleur van hun dagelijks leven af te wisselen door bizondere dagen, waarop ze gelegenheid hadden eens aan iets anders te denken dan aan hun gewone werk. Het is daarom geen wonder, dat er geen volk bestaat, of het heeft zijn bepaalde feestdagen, die bijna allemaal, tenminst...

I. Christelijke feestdagen Naar de Dordtsche Kerkenordening zijn de volgende feestdagen in de Gereformeerde kerken te onderhouden : Kerstfeest (geboorte van Christus); Paschen (opstanding); Hemelvaartsdag (opvaring van Christus); Pinksteren (uitstorting van den Heiligen Geest). Calvijn was tegen de feestdagen o. a. omdat zij een menschelijke inste...

Feestdagen noemt men dagen, die plegtig worden gevierd, omdat zij belangrijke gebeurtenissen in herinnering brengen, welke betrekking hebben op de godsdienst. Van ouds hadden daarop blijde volksfeesten plaats, verbonden met optogten, offeranden, feestelijke spelen, maaltijden enz. Talrijk waren vooral de feestdagen bij de Grieken en Romeinen, en zi...