Wat is de betekenis van Fazantenei?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fazantenei

o. (-ers, -eren).

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fazantenei

FAZANTENEI, o. (-ers, -eren); ...HAAN, m. (...hanen); ...HEN, v. (-non); ...HOK, o. (-ken); ...HOND, m. (-en), hond, op de fazantenjacht afgericht; ...HOUDER, m. (-s), die fazanten kweekt en verkoopt; ...JACHT, v.; ...NEST, o. (-en); ...PARK. o.; ...STAART, m. (bij een paard); ...TUIN, m. (-en) plaats waar men fazanten houdt.

Gerelateerde zoekopdrachten