Wat is de betekenis van fauna?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fauna

fauna - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) het geheel aan dieren in een gebied De fauna van dat eiland is nog zo goed als onveranderd over de laatste driehonderd jaar. Antoniemen flora

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fauna

fauna - zelfstandig naamwoord uitspraak: fau-na 1. alle diersoorten die in een gebied voorkomen ♢ de eekhoorn hoort tot de fauna van dit gebied 2. boek waarin alle diersoorten voorkomen ♢ ik zoe...

2024-03-28
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Fauna

Dierenwereld. Fauna is de zuster of vrouw van Faunus, de Ouditalische bos- en veldgodheid, die het vee vruchtbaarheid verleende. Faunus wordt gelijkgesteld met de Griekse Pan (zie daar). De faunen komen vrijwel overeen met de Griekse satyrs.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fauna

[MLat., naar de godin van de vruchtbaarheid Fauna = de zuster van Faunus] de gezamenlijke dieren in een bep. streek, de dierenwereld.