Wat is de betekenis van fatsoeneren?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fatsoeneren

fatsoeneren - Werkwoord Woordherkomst afleiding van fatsoen Synoniemen bijwerken, opknappen, opruimen

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fatsoeneren

in model brengen; een betere vorm geven

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Fatsoeneren

v., fatsoenearje, bifykje, bislypje.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fatsoeneren

(fatsoeneerde, heeft gefatsoeneerd), zijn, de juiste of een goede vorm geven, modelleren; bij werken; — oneig. iem. fatsoeneren, hem beschaven.

2024-04-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fatsoeneren

een behoorlijke vorm geven.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fatsoeneren

gefatsoeneerd (een [betere] vorm geven).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fatsoeneren

(fatsoe'ne:rәn) (fatsoeneerde, heeft gefatsoeneerd) 1. een goede vorm geven. 2. tot welgemanierdheid opvoeden: iemand -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fatsoeneren

(fatsoeneerde, heeft gefatsoeneerd), (overg.), de juiste of een goede vorm geven, modelleren; bijwerken; (oneig.) iemand —, hem beschaven.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)