Wat is de betekenis van farmacologie?

geneesmiddelenleer. wetenschap die de wisselwerking tussen geneesmiddelen en lichaam onderzoekt met als doel genezing of preventie van aandoeningen; geneesmiddelenleer. Voorbeelden: Farmacologie [...]. Elke arts krijgt te maken met het voorschrijven van geneesmiddelen. Het is daarbij belangrijk om te weten hoe die geneesmiddelen prec...

farmacologie - Zelfstandignaamwoord 1. (wetenschap) de wetenschap van het bestuderen van de wisselwerking tussen farmaca met de menselijke fysiologische processen. ♢ De farmacologie maakt onderdeel uit van de leer der farmacie. Woordherkomst Van het griekse φάρμακον, pharmakon, "gif...

Tak van wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de geneesmiddelen en hun werking op het lichaam van mensen en dieren (uitspraak: far-maa-ko-loo-GIE).

Leer der geneesmiddelen.

[v. Gr. pharmakon = geneesmiddel, en -logia = leer] eig.: wetenschappelijke leer van de werking van chemische stoffen op levende organismen; wetenschappelijke leer en kennis der geneesmiddelen, o.a. verkregen door proeven.

(farmakologie) geneesmiddelenleer; leer van de wisselwerking tussen geneesmiddelen en het organisme

farmacologie - De wetenschap van de aard en eigenschappen van geneesmiddelen, in het bijzonder de werking of effecten ervan.

de wetenschap van de werking, dosering en juiste toepassing van geneesmiddelen op de mens.

(G., pharmakon = geneesmiddel: logos = leer), bestudeert de invloed van geneesmiddelen op levende organismen.