Wat is de betekenis van fanatiek?

fanatiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. met een grote inzet of liefde tot een bepaalde zaak ♢ De fanatieke voetballer lag na de wedstrijd uitgeteld op het veld, omdat hij alles had gegeven. Synoniemen dweepziek

fanatiek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fa-na-tiek 1. overdreven enthousiast ♢ ik heb fanatiek getraind voor de marathon 2. met een enorme inzet en liefde voor een bepaalde zaak ♢ hij is een...

[via Fr. fanatique van Lat. fanaticus = door godheid aangeblazene, geïnspireerde, van fanum = heilige plaats], ook: fanatisch [Du.] bn & [i]bw [/i]1. dweepzuchtig, gedreven door blinde ijver (voor een idee, een geloof); 2. in zeer hoge of overdreven mate het genoemde zijnde (bijv....

dweepziek; door blinde ijver gedreven

Iemand is fanatiek als hij zijn geloof of zijn overtuiging op zo’n overdreven manier aanhangt, dat hij geen andere mening erkent of zelfs maar eerbiedigt. Een fanaticus is daarom onrechtvaardig in zijn oordeel. Zo zijn er b.v. godsdienstige, politieke, wetenschappelijke fanatici.

Via het Franse fanatique is ons woord fanatiek ontleend aan het Latijnse fanaticus. Tot in de 19e eeuw werd het slechts gebruikt in de zin van: bezield door een blinde geloofsijver. Dit is geheel in overeenstemming met de oorspronkelijke betekenis. Het woord fanumduidde namelijk aan: een aan de Godheid gewijde plaats, dus een heiligdom of tempel. E...

dweepsiek.

dweepziek

adj., fanatyk, fûl; — zijn, skerpslypje.