Wat is de betekenis van faken?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

faken

voorwenden. iets voorwenden; doen alsof. Voorbeelden: "Ik kwam erachter dat die mensen alles faken. Die presentatrice is helemaal niet zo vriendelijk, ze is eigenlijk hartstikke gemeen. En ze is ook helemaal niet zo mooi in het echt. Het zijn de make-up en het licht die dat doen." Trouw, 7 maart 2001 Als ik choqueer...

2024-04-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

faken

(werkwoord) [alg.] simuleren, voorwenden, veinzen, doen alsof; namaken, vervalsen - De vrek veinst gebrek, maar bulkt van de centen. - Meneer Six krijgt dagelijks redelijk goed vervalste Rembrandts aangeboden, denk ik.

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

faken

(1951) (< Eng. fake, bedrog, namaak) doen alsof; voorwenden; veinzen. • Faken is een lelijk woord in het radiojargon. Het is in het Nederlands het trucje, het smoesje, het bedriegelijk namaken. Voor de luisteraar een leugen. Voor de radioman vaak een uitkomst, soms een noodzakelijkheid. (De vrije pers: ochtendbulletin, 03/03/1951) • A...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

faken

faken - Werkwoord 1. simuleren, in scene zetten Meg Ryan fakete in die film luidruchtig een orgasme. Woordherkomst Afgeleid van het Engelse fake (niet echt, nep).

2024-04-19
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Faken

Patroniem afgeleid van de voornaam Fake, welke mansnaam nog steeds in Drenthe in het bijzonder in Hoogeveen, waar ook de familienaam Faken het meest voorkomt (eveneens in Hoogeveen!), goed bekend is. De voornaam Fake wordt uit Falke (of uit Facco en dan uit Falco) verklaard.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Faken

[Eng. to fake] net doen alsof.

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)