Wat is de betekenis van factor?

2024-04-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

factor

Het begrip factor heeft 4 verschillende betekenissen: 1) getal. getal waarmee een ander getal vermenigvuldigd wordt; vermenigvuldigingsfactor. 2) achterliggende variabele. niet-geobserveerde, achterliggende variabele in de factoranalyse. In de statistiek. 3) omstandigheid die meewerkt. omstandigheid die meewerkt om een...

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

factor

(1980+) modieus achtervoegsel, vooral populair geworden nadat Rudy Kousbroek het woord aaibaarheidsfactor* introduceerde. • Ik wil m'n eigen emoties, roots en integriteit erin terug kunnen vinden en niet enkel beoordeeld worden op de feestbaarheids-factor. (Oor, 09/01/1993) • Nieuwe auto? Kies voor de hoogste flirtfactor. (...

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

factor

factor - Zelfstandignaamwoord 1. meewerkende oorzaak, katalysator De aanwezigheid van steenkool was een belangrijke factor voor de ontwikkeling van de chemische industrie in Zuid-Limburg. 2. (wiskunde) getal in een vermenigvuldiging Het ontbinden in factoren...

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

factor

factor - zelfstandig naamwoord uitspraak: fac-tor 1. omstandigheid die invloed heeft op de uitkomst ♢ je moet met alle factoren rekening houden 2. getal waarmee een ander getal wordt vermenigvuldigd ...

2024-04-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Factor

(faktor) handelsagent; mede-oorzaak; element van een produkt; dienstverlenend bedrijf voor handelsvorderingen

2024-04-17
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

factor

In de context van factoranalyse: een lineaire combinatie van variabelen.

2024-04-17
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Factor

Factor (1) Bij een vermenigvuldiging is dit het getal, dat het opdrachtelement vormt. (2) De naam van een veld of een constante, die bij een rekenbewerking wordt gebruikt.

2024-04-17
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

factor

erfelijke(L., factor = hij die doet) syn. voor gen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Factor

vermenigvuldiger (in de rekenkunde); inwerkende kracht; mede-oorzaak; vroeger: hoofd van een factorij; dichterleider van een rederijkerskamer