Wat is de betekenis van Fabelen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fabelen

fabelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fabel Synoniemen fabels

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fabelen

(fabelde, heeft gefabeld), fabels vertellen; meest oneig.: verzinsels opdissen: hij fabelt maar wat.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fabelen

fabelde, h. gefabeld (verzinsels opdissen; kletsen).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fabelen

('fabələn) (fabelde, heeft gefabeld) 1. fabels vertellen. 2. kletsen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fabelen

(fabelde, heeft gefabeld), fabels vertellen; meestal oneig.: verzinsels opdissen: hij fabelt maar wat.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fabelen

FABELEN, (fabelde, heeft gefabeld), fabels vertellen; ongegronde meeningen verkondigen, kletsen hij fabelt maar wat.

2024-04-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Fabelen

Fabulari, fabulas narrare.