Wat is de betekenis van Fabelachtig?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fabelachtig

fabelachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. ongeloofwaardig Wat een fabelachtig verhaal was dat! 2. buitengewoon geweldig Er waren echt fabelachtige prijzen te winnen. Woordherkomst Afgeleid van fabel met het achtervoegsel -achtig

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fabelachtig

fabelachtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fa-bel-ach-tig 1. onvoorstelbaar veel, mooi of groot ♢ hij vroeg een fabelachtig bedrag voor dat huis Bijvoeglijk naamwoord: fa-bel-ach-tig ... is fabelachtiger dan ......

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fabelachtig

bn. bw. (-er, -st), 1. op een fabel gelijkende, ongeloofwaardig: dat klinkt fabelachtig. 2. waarvan (alleen) in fabelen verhaald wordt, niet werkelijk zo bestaand: een fabelachtig goudland; de zeeslang is een fabelachtig dier 3. als uit een fabel, ongelooflijk klinkend: kleinodiën van fabelachtige waarde; fabelachtige...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fabelachtig

I. bn. (1 van de aard van een fabel; ongeloofwaardig; 2 waaromtrent ongeloofwaardige of ongelooflijke verhalen in omloop zijn; 3 ongelooflijk klinkend., groot); 1. een fabelachtig verhaal; 2. fabelachtige dieren zoals Chimaera; het fabelachtig goudland; 3. fabelachtige prijzen besteden. II. bw. (als een fabel); dat klinkt fabelachtig.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fabelachtig

('fa:bəl) (-er, -st) I. bn. en bw. 1. van de aard van een fabel: -e verhalen. 2. in de fabel, de legende, niet in werkelijkheid bestaand of bestaan hebbend: -e dieren, streken; een eiland, koning. 3. ongelooflijk groot : -e sommen. - II. bw. 1. als een fabel: dat klinkt -. 2. ongelooflijk : duur.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fabelachtig

bn. en bw. (-er, -st), 1. op een fabel gelijkende, ongeloofwaardig: dat klinkt —; 2. waarvan (alleen) in fabelen verhaald wordt, niet werkelijk zo bestaand: een — goudland; als uit een fabel, ongelooflijk klinkend: kleinodiën van fabelachtige waarde; fabelachtige prijzen, buitengewoon hoog; als bw. van graad, in onvoorstelbare mate...

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fabelachtig

FABELACHTIG, bn. bw. (-er, -st), naar eene fabel gelijkende dat klinkt fabelachtig; de zeeslang is een fabelachtig dier, bestaat waarschijnlijk niet in de werkelijkheid; — kleinoodiën van fabelachtige waarde, van ongelooflijk veel waarde: het is fabelachtig schoon, zeer schoon; — fabelachtige prijzen bedingen, buitengewoon hoog &...