Wat is de betekenis van Faassen?

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

FAASSEN

familienaam van toneelspelers, afstammelingen van Pieter Coenraad (zich noemend Rosier naar zijn moeder Judith Rosier) Faassen, administrateur-regisseur te ’s-Gravenhage, sinds 1851 te Amsterdam (gest. 1853). Alexander Ferdinand, zich noemend Sander (’s-Gravenhage 8 Aug. 1839 - 15 Mrt 1931), zoon van Pieter Coenraad, begon als Ieerlingd...

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Faassen

Faassen, - Pieter Jacobus, zich noemende Rosier, Ned. acteur en tooneelschrijver; * 1833 te Den Haag, ✝ 1907 te Rotterdam. Zijn vader was directeur van den Tivolischouwburg te Den Haag; zoo stond hij al op 13-jarigen leeftijd op de planken. Van 1854 tot 1860 was F. verbonden bij de gebr. Van Lier, daarna in Den Haag aan den Kon. Schouwburg; sedert...

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Faassen

Faassen - (Pieter Jacobus Rosier), Nederl.tooneelspeler, geb. 1833, overl. 1907. Bekendekomiek en karakterspeler. Debuteerde 1861 inhet Fransch aan het Vaudeville français teAmsterdam; trad 1864 in het Nederl. op bijSchuman & Van Lier; 1860 bij Valois en Dries-sens, Den Haag; 1878 bij Le Gras, Van Zuylen& Haspels, Rotterdam, alwaar hij verd...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Faassen

naam van een Ned. toneelspelersfamilie.