Wat is de betekenis van Faal?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

faal

(2010+) (jeugd) mislukking. • Microsoft heeft sinds zijn oprichting altijd een prima besturingssysteem gevolgd door een absolute faal. (Das Kapital, 23/07/2013) • Zit me plaatsvervangend boos te maken wat een ongelooflijke faal zeg. (Twitter, 15/04/2015) • Wat een gruwelijke faal van Apple zeg. (www.onemorething.nl, 16/03/2...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

faal

faal - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van falen ♢ Ik faal 2. gebiedende wijs van falen faal! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van falen faal je?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Faal

v. (falen), (veroud. en Zuidn.) fout, feil; — zonder faal, zonder mankeren.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

faal

v. falen (Z.-N. gebrek, fout); ik kom zonder faal (of: zonder falen), bepaald.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

faal

(fa:l) v. (falen) feil, fout, nog in de uitdr. : zonder -, zonder mankeren.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Faal

FAAL, v. zonder faal, (w. g.) zonder feilen, zonder mankeeren.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Faal

Faal, v. (falen), feil. *-GREEP, m. (...epen), misgreep.