Wat is de betekenis van evangelisch?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

evangelisch

evangelisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. in overeenstemming met het Evangelie en minder gericht op kerkelijke dogma's en tradities Zo’n 30 procent van de Duitsers is evangelisch-luthers en ongeveer even grote delen zijn katholiek en niet-gelovig. De laatste groep groeit al decennia gestaag, het aantal...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

evangelisch

evangelisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: e-van-ge-lisch 1. wat te maken heeft met wat in de Bijbel over Jezus geschreven is ♢ we zongen uit een bundel met evangelische liederen Bijvoeglijk naamwoord: e-van-ge-lisch ...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Evangelisch

1 volgens het evangelie of daarop berustend; 2 (prot.) in bet algemeen: naam voor diverse protestantse instellingen,

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Evangelisch

christelijk; richting tussen rechtzinnig en vrijzinnig (prot.)

2024-04-19
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

evangelisch

1. overeenkomstig het evangelie 2. aanduiding van een richting in de hervormde kerk tussen orthodox en vrijzinnig,

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Evangelisch

met het evangelie overeenstemmend

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Evangelisch

protestants; der evangelische Text, de tekst van het evangelie.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Evangelisch

bn. bw., overeenkomstig het Evangelie: de evangelische zachtmoedigheid; — de Evangelische gezangen, gezangbundel in gebruik bij de N.H.K.; — in ’t bijz. in Evangelisch-Luthers, de naam van het Luthers kerkgenootschap in Nederland; — ook als naam voor een richting in de Hervormde Kerk tussen orthod...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

evangelisch

met het evangelie of Jezus leer overeenstemmend, christelijk; (ook;) protestants; fig. ontwijfelbaar waar.