etterbak
(1906) (varianten: etterbal, etterbuil, etterletter, etterlijder, etterlul, etternek, etterpuist, etterstraal) (scheldw.) vervelend persoon, naarling. Assonantie of binnenrijm, zoals hier bij 'etterletter', komt bij het schelden vaak voor. De laatste woorden van deze samenstellingen dienen gewoon ter versterking van het oudere scheldwoord 'etter'....