Wat is de betekenis van ervaren?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ervaren

ervaren - Bijvoeglijk naamwoord 1. bekwaam door ervaring Ze is een van de meest ervaren speelsters in het veld. ervaren - Werkwoord 1. iets beleven, doormaken, ondervinden De meesten ervaren dit als onaangenaam. ervaren -...

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ervaren

ervaren - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: er-va-ren 1. wie het vaak gedaan heeft en het goed kan ♢ hij is een ervaren timmerman Bijvoeglijk naamwoord: er-va-ren Synoniemen geoefend, geroutineerd Tegenstellingen ongeoefend

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ervaren

1. v., gewaerwurde, ûnderfine, bilibje, wiiswurde. 2. adj., bileard, bigien, knap, tûk, útpipe, yn ’t sâlt bibiten; in ietszijn earne brea fan iten hawwe.

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ervaren

(ervoer, heeft ervaren), 1. ondervinden; door ondervinding leren, gewaarworden: hij heeft op zijn reizen veel ervaren; hij ervoer al spoedig dat zijn taak zeer zwaar zou zijn. 2. (deft.) vernemen: bij toeval ervoer ik....

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ervaren

I. ervoer, h. ervaren (1 door ondervinding leren, gewaarworden; ondervinden; 2 vernemen): 1. hij ervoer dat tot zijn verdriet; 2. dat heb ik ervaren. II. bn. (rijk aan ondervinding; bedreven, bekwaam door ondervinding): ervaren in het boekhouden; een ervaren arts.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ervaren

I. (ervoer, heeft ervaren) 1. door ondervinding leren: gij zult nog veel moeten -. 2. bemerken, bespeuren: iets aan iemand -. II. bn. (-er, -st) rijk aan ondervinding: een leidsman; in iets zijn. Syn. ➝ bedreven.

2024-04-16
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ervaren

ERVAREN, bn. (-er, -st), rijk aan ondervinding, bekwaam een ervaren veldheer; in iets ervaren zijn. ERVARENHEID, v. bedrevenheid.