Wat is de betekenis van ergernis?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ergernis

ergernis - Zelfstandignaamwoord 1. een zaak die gevoelens van onvrede oproept De ergernis deed hem rood aanlopen. Woordherkomst Naamwoord van handeling van ergeren met het achtervoegsel -nis Synoniemen irritatie, boosheid, wrevel, ongenoegen, aanstoot, ontstemdheid, geterd...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ergernis

ergernis - zelfstandig naamwoord uitspraak: er-ger-nis 1. waar je je aan ergert ♢ poep op de stoep geeft veel ergernis Zelfstandig naamwoord: er-ger-nis de ergernis de ergernissen...

2024-04-23
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Ergernis

Wanneer men in de droom ergernis ondervindt, dan zal men in de waaktoestand voor narigheid moeten uitkijken. Ergeren we anderen, dan symboliseert dit in de meeste gevallen het leedvermaak. Incidenteel wijst de ergernis ook op onbeduidende kleinigheden, waarover men in de waaktoestand valt.

2024-04-23
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Ergernis

een handeling, die uit zichzelf of door de omstandigheden, waaronder zij geschiedt, voor den naaste gelegenheid of aanleiding tot zonde is. Rechtstreeksch is de ergernis, wanneer zij als zoodanig is bedoeld; zijdelingsch, wanneer men de ergernis niet bedoelt, maar voorziet. De ergernis is een zonde tegen de naastenliefde en tegen de deugd, waartege...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ergernis

geprikkelde boosheid; iets wat uiters hinderlik is.

2024-04-23
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ERGERNIS

heeft in onze taal een dubbele betekenis: een profane en een religieuze. Evenals ergeren is het afgeleid van het woordje erg, dat slecht, beroerd betekent. Ergeren betekent dan ook: slechter maken, prikkelen, aanstoot geven. Dit kan op gewoon, profaan gebied liggen en dan heeft ergernis de betekenis van iets dat mij hindert, maar het kan ook op rel...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ergernis

s., argewaesje, ergewaesje, oanstjit.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ergernis

v. (-sen). 1. wat aanleiding geeft zich te ergeren: je bent me een ergernis. 2. het zich ergeren, het aanstoot nemen: ergernis verwekken; een bron van ergernis; tot grote ergernis van. 3. toestand van geërgerd te zijn: haar ergernis was groot.