Wat is de betekenis van erbarmelijk?

2024-04-19
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

erbarmelijk

zeer gebrekkig, armoedig; meelijwekkend uitspraak [er-bar-muh-luk] citaat “Het kind Dickens leerde in Londen de zelfkant van het bestaan kennen, toen zijn vader door geldgebrek in de gevangenis belandde en hij op zijn twaalfde tien uur per dag onder erbarmelijke omstandigheden moest werken: in een schoensmeerfabriek langs de Theems, een riv...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

erbarmelijk

erbarmelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zeer gebrekkig je prestaties zijn erbarmelijk, jongeman! 2. meelijwekkend, beklagenswaardig, zielig 3. zeer hinderlijk, ergerlijk erbarmelijk - Bijwoord 1. in bedenkelijke mate Woordherkomst afgeleid van erbarm, (stam van het we...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

erbarmelijk

erbarmelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: er-bar-me-lijk 1. wat minder goed is dan gemiddeld ♢ die 3 voor rekenen is een erbarmelijk resultaat 2. heel vervelend ♢ zij woonden in erbarmelijk...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Erbarmelijk

adj. & adv., erbarmlik, earmhertich.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Erbarmelijk

bn. bw. (-er, -st). 1. erbarmen, medelijden opwekkende, jammerlijk: een erbarmelijk gehuil; erbarmelijk verbrand. 2. zeer gebrekkig, armzalig, totaal onvoldoende, droevig: hij spreekt erbarmelijk Frans; het ziet er erbarmelijk uit; ook als bw. van graad; erbarmelijk slecht. 3. zeer hinderlijk: een erbarmelijk lawaai....

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

erbarmelijk

I. bn. (1 medelijden opwekkend; pijnlijk treffend, van toestanden en gebeurtenissen; 2 armzalig, gebrekkig, minderwaardig; 3 hinderlijk, ellendig): 1. het was erbarmelijk om aan te zien; 2. op erbarmelijke manier Frans spreken; de koffie was erbarmelijk; 3. een erbarmelijk leven maken. II. bw. (1 deerlijk; 2 op gebrekkige, armzalige wijze; 3 bw. v...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

erbarmelijk

I. (-er, -st) 1. bn. en bw. erbarmen opwekkend: een -e toestand; schreeuwen. 2. armzalig, gebrekkig: op een -e manier Nederlands spreken. 3. hinderlijk: een leven; lawaai maken. II. bw. in bedroevende mate: verbasterd.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

erbarmelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. erbarmen, medelijden opwekkend, jammerlijk: een gehuil; 2. zeer gebrekkig, armzalig, totaal onvoldoende, droevig: hij spreekt Frans; het ziet er uit; ook als bw. van graad: slecht; 3. zeer hinderlijk: een — lawaai.