Wat is de betekenis van enthousiast?

2023-09-25
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

enthousiast

Het begrip enthousiast heeft 5 verschillende betekenissen: 1) vol geestdrift. met veel zin, overtuiging en plezier iets doend of ergens voor staand; veel enthousiasme hebbend of tonend; vol geestdrift; geestdriftig. 2) waaruit enthousiasme blijkt. waaruit iemands enthousiasme blijkt. 3) uitbundig. uitbundig in het uiten van z...

2023-09-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

enthousiast

enthousiast - Bijvoeglijk naamwoord 1. hartstochtelijk, met geestdrift De enthousiaste aanhangers bleven hun ploeg de hele wedstrijd toejuichen. enthousiast - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die over iets of iemand geestdriftig is (vaak gebruikt als tweede deel van een sameng...

Direct toegang tot alle 11 resultaten over enthousiast?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

enthousiast

enthousiast - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: an-toe-sjast 1. wie laat blijken iets heel goed of interessant te vinden ♢ Phoebe is erg enthousiast over dat land 2. wie met veel plezier bezig is ...

2023-09-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Enthousiast

(entousiast) geestdriftig

2023-09-25
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Enthousiast

iemand vol geestdrift; dweper.

2023-09-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Enthousiast

adj. & adv., fol fjûr, optein; — worden, oanstutsen wurde.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Enthousiast

(<Fr.-Gr.), I. bn. en bw., geestdriftig; met geestdrift. II. zn. m. (-en), bezielde, hartstochtelijk beoefenaar, aanhanger of bewonderaar.

2023-09-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

enthousiast

m. geestdriftig bewonderaar of ijveraar; mens vol geestdrift, dweper.

2023-09-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

enthousiast

1. m. enthousiasten (Fr. [Gr. enthousiastes]: iem. zeer vatbaar voor geestdrift; iem. vol geestdrift voor het een of ander); enthousiaste, v.; 2. bn., bw. (geestdriftig): hij was enthousiast, vol vuur voor dit plan; 3. bw. (met geestdrift): enthousiast stemde hij in met het voorstel; lees antoeziast.

2023-09-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Enthousiast

I. bn. en bw., geestdriftig; met geestdrift; II. zn. m. (-en), bezielde, hartstochtelijk beoefenaar, aanhanger of bewonderaar.

2023-09-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Enthousiast

Fr., geestdriftige dweper.