Wat is de betekenis van Ent?

2023-05-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ent

ent - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) tak, zodanig op een plant gehecht dat ze daarop verder kan groeien ent - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van enten 2. gebiedenwijs van enten

Lees verder

Direct toegang tot alle 10 resultaten over Ent?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Ent

Bij het gebruik van het woord e. kan men de bedoeling hebben een takje aan te duiden, dat bestemd is om als entrijs gebruikt te worden, maar men bezigt het ook, als men wil zeggen, dat cle plant die men op het oog heeft, door enten verkregen is. Het moet dus uit het zinsverband blijken wat men bedoelt.

2023-05-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ent

s., int.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ent

v. (-en), tak of spruit, zodanig op een boom of plant van een andere soort gehecht dat zij daaraan kan verder groeien.

2023-05-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ent

v. enten (loot, die op een verwante boom- of plantensoort bevestigd, daaruit de nodige voedingssappen kan trekken).

2023-05-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ent

Ent - ➝ Entrijs.

2023-05-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ent

v. (-en) loot op een boom geënt.

2023-05-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ent

v./m. (-en), (ook: griffel), twijg of scheut van een plant die op een andere plant met een intact wortelstelsel (de zgn. onderstam) wordt geplaatst en na vergroeiing hiermee het bovengrondse deel van de nieuw ontstane plant vormt; ook wel de gehele op deze wijze verkregen plant, zie vegetatieve vermeerdering.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ent

ENT, v. (-en), boomtak of spruit die in een anderen boom wordt gehecht om te groeien.

2023-05-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Ent

Ent, v. (-en), boomtak of spruit die in een anderen boom wordt gehecht om te groeijen.