ent
ent - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) tak, zodanig op een plant gehecht dat ze daarop verder kan groeien ent - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van enten 2. gebiedenwijs van enten
Wiktionary (2019)
ent - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) tak, zodanig op een plant gehecht dat ze daarop verder kan groeien ent - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van enten 2. gebiedenwijs van enten
Direct toegang tot alle 10 resultaten over Ent?
Veerman (1954)
Bij het gebruik van het woord e. kan men de bedoeling hebben een takje aan te duiden, dat bestemd is om als entrijs gebruikt te worden, maar men bezigt het ook, als men wil zeggen, dat cle plant die men op het oog heeft, door enten verkregen is. Het moet dus uit het zinsverband blijken wat men bedoelt.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), tak of spruit, zodanig op een boom of plant van een andere soort gehecht dat zij daaraan kan verder groeien.
M. J. Koenen's (1937)
v. enten (loot, die op een verwante boom- of plantensoort bevestigd, daaruit de nodige voedingssappen kan trekken).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Ent - ➝ Entrijs.
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) loot op een boom geënt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), (ook: griffel), twijg of scheut van een plant die op een andere plant met een intact wortelstelsel (de zgn. onderstam) wordt geplaatst en na vergroeiing hiermee het bovengrondse deel van de nieuw ontstane plant vormt; ook wel de gehele op deze wijze verkregen plant, zie vegetatieve vermeerdering.
J.H. van Dale (1898)
ENT, v. (-en), boomtak of spruit die in een anderen boom wordt gehecht om te groeien.
I.M. Calisch (1864)
Ent, v. (-en), boomtak of spruit die in een anderen boom wordt gehecht om te groeijen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.